Je zou me in het water gooien, zei je

Pakte me zelfs op en liep ernaartoe

zo vaak dat ik wilde dat ik kon zwemmen

en dat je losliet

Maar toen jij me niet meer op kon pakken

ik zelf in het water sprong

je merkte dat ik kon zwemmen

Kwam ik voor jou

niet meer boven


 

Lucht


Woorden vangen uit de lucht

Woorden zijn lucht, trillende lucht

Is de lucht dan woorden?

Kan ik mijn schepnetje door de lucht halen,

hem na een paar keer heen en weer gehaald te hebben

tegen mijn oor houden

of ondersteboven houden

mijn hand eronder

en kan ik dan het gesprek horen

dat de kat en mijn zus hier gisteren hebben gevoerd?

Dan vis ik morgen

mijn eigen woorden

wel uit de lucht

Als ik ze vergeten ben

Of zomaar

Om te bewaren voor later

Of om nog even naar ze te luisteren

En ze dan weer terug te gooien

Voor het volgende schepnetje

Dat voorbij komt vissen


 


Bomen zijn fijn

In bomen kan je klimmen

Het mooie aan klimmen is dat je hoger komt

Hoger op komen, misschien

Hoog, meer wolken, meer water, lucht, zuurstof, licht, zon, meer zicht

Inzicht, misschien

Door het licht dat overal zo plotseling op valt

Plotseling als het hert dat verstijfd blijft staan in de koplampen van je auto die net de hoek om komt rijden

Alsof ze er niet waren voordat ze gezien werden

Zoals de zwarte zwaan, een leven en een dood

Wat ik fijn vind aan bomen

Is dat de boom je even onderdeel laat zijn

Je hoort ergens bij

Opgelucht en nietsvermoedend

Adem je de boom in


Foto


Bij ons aan de muur hangt een foto

Stralende-kleine-ik en mijn stralende-kleine-zus

En tussen ons in

Een stralende vrouw

Die foto zou ik omschrijven als

Het leven waarnaar je terug wilt

Gezelligheid, knusheid, liefdevolheid, saamhorigheid

Het soort foto waarvan je wéét dat er ergens in die kamer een kachel brandt

Omdat de net-niet-te-erg-brandende warmte en het knappende hout gewoon horen in dit plaatje

Mijn stralende-kleine-zus keek de camera in

Met haar samengeknepen-stralende ogen

Mondhoeken omhoog gekruld

Alsof ze de kijker toelacht

Alsof ze de onbewuste intentie heeft een snelweg van de foto naar je hart te bouwen

Alsof ze nog even wil laten blijken hoe gelukkig we zijn

Met ons drie paar stralende ogen

Dat mijn stralende-kleine-zus in de camera kijkt

Maakt dat al het geluk dat in die ene foto verstopt zit nog overder komt

Nog overder komt en nog dieper rijkt

Die foto is het soort foto waar je terug in wilt duiken

De druppels sfeer gedempt op het oppervlak horen klateren

Nadat je kopje onder bent gegaan in die ene foto


 

Touw


Er groeien touwtjes aan me

Hele dunne haast onzichtbare touwtjes

Ik voel ze trekken, bij elke stap

Het begon onderaan

Mijn voeten, enkels, en nu klimt het langzaam via mijn benen omhoog

Het bouwt een cocon om me heen

Met elke stap die ik zet, elke plek die ik zie

Elk moment waarin ik leef

Wordt er een touwtje gespannen, van mij naar de aarde

Als de haren van een bever, drieëntwintigduizend per vierkante centimeter

En als ik het moment wil herleven

In het gevoel van dat specifieke moment wil duiken

Omdat ik gelukkig was of ben

Pak ik het touwtje voorzichtig vast

En leidt het me terug naar waar ik even wil rondzwemmen in herinneringen

Ik volg het touwtje, laat het door mijn handen glijden en loop in twee seconden terug naar het te hete stenen terras in Italië waar ik oude kaas voor het eerst lekker vond

En als ik dan doodga

Gewikkeld in het onzichtbare touw

De laatste dagen, jaren gestreden hebbend voor elke stap, afgeremd door miljoenen touwtjes

Als ik dan doodga

Laten alle touwtjes los en zweven ze om me heen als een spinnenweb

En ik zweef mee